FLINK Nederland

View Original

De energiemarkt volop in beweging. Minder paniekerig dan weken geleden.

Algemeen

De energiemarkt is nog steeds volop in beweging. Toch lijkt het wel alsof de markt minder paniekerig reageert dan weken geleden. De melding dat Rusland geen gas meer levert aan Polen en Bulgarije had even een klein effect op de gasprijs, maar we liggen er niet meer wakker van. Althans, zo lijkt het. Want tegelijkertijd laten de ontwikkeling van de forwardprijzen zien dat de markt zich beseft dat energie (gas en elektriciteit) ook de komende jaren een stuk duurder zal zijn dan we de afgelopen jaren gewend waren.

Gas

De gasprijzen blijven volatiel. Afgelopen week maakte Gazprom bekend levering aan Bulgarije en Polen te stoppen omdat ze weigeren in roebels te betalen. De prijs reageerde hier wel op, maar niet meer zo heftig als in de vorige maanden. Opvallend is dat de kortetermijnprijzen, de prijzen voor levering dit jaar nog, met circa 25% zijn gedaald ten opzichte van de vorige rapportage. Tegelijkertijd zijn de prijzen voor de levering voor de komende jaren met ongeveer 20% gestegen. Hiermee kunnen we concluderen dat de markt zich minder druk maakt om leveringszekerheid voor de korte termijn, maar realiseert zich tegelijkertijd dat alternatieven structureel duurder zullen zijn dan pijpleidinggas uit Rusland. Dat de markt zich minder druk maakt is niet vreemd. We hebben de winter achter ons gelaten, het mooie weer komt eraan. We gaan dus sowieso minder gas verbruiken. Daarnaast hebben we de afgelopen tijd veel LNG geïmporteerd. Hierdoor zijn de gasvoorraden van veel EU-landen, waaronder Nederland, aangevuld. Op 30 april dit jaar hebben we in Nederland ruim 38 TWh gas in voorraden zitten (dit is zonder de voorraad in het grote grasveld onder Groningen). Vorig jaar hadden we op 30 april ‘slechts’ 26 TWh in voorraden zitten. Toen hoorde je echter niemand over leveringszekerheid.

Kolen

De forwardprijzen voor kolen voor levering op korte termijn zijn de afgelopen weken met gemiddeld circa 15% gedaald. Voor levering in 2023 is het verschil echter veel kleiner. Doordat de dollar afgelopen weken flink sterker is geworden ten opzichte van de euro, is de kostprijs van kolen in euro voor levering in 2023 wel gestegen. Door de hoge gasprijs, is het financieel gezien veel interessanter om elektriciteit op te wekken met kolencentrales. Zelfs nu de prijs van emissierechten weer flink is gestegen.

Emissierechten

Na een stevige dip tot onder de € 60,- per ton op 7 maart, is de ETS-prijs redelijk snel hersteld. Vorige week kwam de prijs op 22 april ruim boven de € 91,- per ton. Een stijging van meer dan 50% in zes weken tijd. De daling in maart werd naar verluidt vooral veroorzaakt door winstnemingen van beleggers in emissierechten. In die periode werd ook al gesproken over sancties op Russische energie en de mogelijke ban op Russische kolen heeft meegespeeld in die kortstondige prijsdaling.

Elektriciteit

Voor elektriciteit zien we dezelfde ontwikkeling als bij gas; levering op korte termijn wordt goedkoper, levering op lange(re) termijn juist duurder. Voor de elektriciteitsprijzen was april een historische maand. 23 april 2022 was de eerste dag in de geschiedenis van de APX c.q. EPEX-Spot dat een negatieve uurprijs in absolute zin hoger is dan een positieve uurprijs op dezelfde dag. De laagste prijs was die dag namelijk € 222,36 per MWh negatief en de hoogste prijs “slechts” € 195,20 per MWh positief. Een spread van € 417,56 per MWh binnen één dag. Er zijn weleens hogere spreads geweest de afgelopen jaren, maar dan door het verschil tussen positieve uurprijzen.

Het weekend van 23 en 24 april gaf alvast een doorkijkje naar de toekomst waarin we veel meer productie van hernieuwbare elektriciteit uit zon en wind hebben. De groei van hernieuwbare opwek, leidt tot meer negatieve uurprijzen. Zelfs bij de hoge prijsniveaus van dit jaar.

In de toekomst gaat dit veel vaker voorkomen. In eerste instantie in weekenden, op feestdagen en in vakanties zoals we dit afgelopen twee jaren ook al hadden. Wanneer we erin slagen minder te verbruiken, kan het nog harder gaan en kunnen we ook negatieve prijzen op ‘werkdagen’ krijgen. Dit is tot op heden pas één keer eerder voorgekomen. Het is namelijk niet zo dat de negatieve uurprijzen alleen door zon en wind worden veroorzaakt: het is een combinatie van (veel) hernieuwbare opwek en (weinig) verbruik. Dit jaar zijn er zeven dagen geweest waarop veel meer hernieuwbare elektriciteit werd geproduceerd dan op 23 april. Omdat het verbruik die dagen hoger was dan op 23 april (de eerste zaterdag van de meivakantie), hadden die dagen nul uren met negatieve prijzen.